Je kan ze natuurlijk bij de bakker om de hoek kopen. Maar zélf soesjes maken is toch veel leuker? Zeker als je weet dat het eigenlijk makkelijk is om ze thuis te bakken.
Je start door de 4 basisingrediënten perfect af te meten: water, Solo, bloem en eieren. Daarna smelt je de Solo in kokend water, roert de bloem erdoor en voegt – weg van het vuur — al roerend de eitjes toe. Met de spuitzak toefjes deeg op een ingevette bakplaat leggen en afbakken... klaar!
Verdeel de Solo in kleine blokjes als je soezendeeg maakt. Dat smelt sneller en gelijkmatig als je ze aan het warme water toevoegt.
1. Verdeel de Solo in kleine blokjes als je soezendeeg maakt. Die smelten sneller en mooi gelijkmatig als je ze aan het warme water toevoegt. Dat zorgt ervoor dat er minder water verdampt. Want dat water heb je nodig. In de hete oven vormt het stoom dat de wand van de soes van binnenuit naar buiten duwt. Zo krijg je een heerlijk luchtig gebakje, dat je perfect kan afwerken met een lekkere vulling.
2. Laat het deeg kort afkoelen voor je de eieren erdoor roert. Zorg er ook voor dat de eieren kamertemperatuur hebben. Dat geeft een homogeen ¦en klontervrij resultaat.
3. Is je deeg gemengd? Doe de vingertest: dip je wijsvinger in koud water, stop hem in het deeg en haal hem er weer uit. Blijft de holte mooi open en vormde zich een piekje waar je vinger zat? Dan is je deeg perfect!
4. Als je soesjes in de oven staan, houd dan zeker de oven gesloten tijdens het bakken. Vooral het eerste kwartier is cruciaal. Het kleinste zuchtje tocht kan je soezendeeg ineen doen zakken.
5. Laat je soesjes nog 10 minuten na de baktijd in de oven ‘rusten’ (met de warmte uitgeschakeld). Dat maakt de warmteschok minder groot als je ze uit de oven haalt.