TAPAS

In Spanje zijn tapas de aperitiefhapjes bij uitstek. Je vindt er honderden varianten, waaronder klassiekers als de gemarineerde gamba’s, Patatas Bravas, tonijnkroketjes en gazpacho. Tapas komen dan ook letterlijk in elke vorm voor: vlees, vis, groenten en aardappelen, worden geserveerd als koud of warm hapje-uit-het-vuistje of zelfs in vloeibare vorm. Eén ding hebben ze echter altijd gemeen. Ze zijn allen bedoeld om, vergezeld van een lekker aperitiefje, jouw eetlust op te wekken. En daar slagen ze wonderwel in.

Voor het ontstaan van deze bonte mix aan hapjes kunnen we Keizer Karel V danken. Het was hij namelijk, die in de jaren 1500 het bevel gaf om bij alcoholhoudende drankjes ook eten te serveren. Op die manier wou hij voorkomen dat de keizerlijke boodschappers tijdens rustpauzes enkel dronken en vervolgens beschonken hun reisweg vervolgden. De gewoonte om kleine hapjes te serveren bij alcoholhoudende verfrissingen was geboren.

Weetje: De naam tapas is afkomstig van het Spaanse woord “tapar”, wat “bedekken” betekent. Deze komt voort uit het gebruik om dranken af te dekken met een stukje brood met ham. Zodoende zorgde men ervoor dat er geen insecten in terecht kwamen.