feestelijk
Verjaardagsslagroomtaart met vers fruit
Geef score
Kooktijd1 uur 5 min
Porties

- Cake:
- 225 g Solo Vloeibaar
- 200 g lichtbruine basterdsuiker
- 4 eieren
- 225 g zelfrijzend bakmeel
- 16 g bakpoeder (1 zakje)
- Vulling en garnering:
- 100 g geschaafde amandelen
- 0.5 l slagroom
- 16 g slagroomversteviger (2 zakjes)
- 30 g suiker (ca. 3 el)
- 250 g fruit van het seizoen (bijv. druiven, mandarijntjes, perzik, aardbeien en/of banaan)
- heel kleine garneersnoepjes en kaarsjes
- Extra:
- 2 ronde cakevormen van 24 cm Ø (ingevet en met bloem bestoven en bodem bedekt met bakpapier)
- slagroomspuit of spuitzak met gekartelde spuitmond
- Verwarm de oven voor op 160°C (elektrische oven).
- Klop de Solo en de suiker met een pollepel of mixer 5-8 minuten (pollepel duurt het langst) in een kom tot de suiker is opgelost. Klop een voor een de eieren erdoor. Zeef het meel, strooi een snufje zout en het bakpoeder boven de kom en schep door het beslag (zo kort mogelijk, maar wel goed mengen).
- Schep het beslag in de voorbereide cakevormen en bak de cakes in de voorverwarmde oven in 35-45 minuten goudbruin en gaar. Laat de gebakken cake 5 minuten staan. Keer de vorm dan om op een rooster en laat de cake uit de vorm glijden. Laat afkoelen.
- Rooster de amandelen in een droge koekenpan op een matig vuur goudbruin en schud de pan daarbij heen en weer. Laat op een plat bord afkoelen. Klop de slagroom met slagroomversteviger en de suiker heel stijf. Maak het fruit schoon en verdeel of snijd het zo nodig in stukjes, partjes of plakjes.
- Bedek een cake met 1/3 van de slagroom en de helft van het fruit. Leg de andere cake erop en druk een beetje aan.
- Bestrijk de zijkant van de cake met een dun laagje slagroom.
- Neem de cake tussen twee handen en rol door de geschaafde amandelen op het bord.
- Bestrijk de bovenkant van de cake met een dun laagje slagroom. Schep de rest van de slagroom in de slagroomspuit of spuitzak en spuit toeven slagroom langs de rand van de taart.
- Garneer met de rest van het fruit en de garneersnoepjes. Zet de kaarsjes op de taart.
